Geboren: 17-05-1945, Schingen

Leven en werk

Pieter Breuker is geboren in Schingen (bij Dronrijp) in een boerengezin. In de tijd dat Pieter opgroeide, jaren vijftig, vermaakten de jongens op het platteland zich vooral met sport.

In Schingen was dat zomers kaatsen en winters schaatsen, in het voorjaar was vooral het eieren zoeken populair. Pieter Breuker was van alle drie een groot liefhebber en is dat altijd gebleven. Kaatsen beoefende hij niet alleen als sporter, maar ook als wetenschapper. Breuker studeerde in Amsterdam Nederlands en Fries aan respectievelijk de Vrije Universiteit (V.U.) en aan de Universiteit van Amsterdam (UvA), hij was in 1973 de eerste student die aan de V.U. zijn doctoraal Fries haalde. Na zijn afstuderen werd hij leraar aan de Rijkspedagogische Academie in Heerenveen, enkele jaren later kreeg hij een benoeming tot wetenschappelijk medewerker voor het Fries aan het Frysk Ynstitút van de Rijks Universiteit Groningen (RUG). Hij promoveerde daar in 1993 op de dissertatie Noarmaspekten fan it hjoeddeiske Frysk. De conclusie van Breuker in zijn proefschrift, dat het Fries in sommige opzichten volgens vorm en functie dichter bij een dialect als bij een standaardtaal staat, maakte heel wat reacties los. Wekenlang lieten met name de tegenstanders van Breuker zijn opvatting zich horen in soms felle polemieken.

Pieter Breuker zijn interesse in kaatsen heeft ook geleid tot een groot aantal publicaties van zijn hand over die sport, regelmatig in relatie tot de Friese taal, literatuur en cultuur. Keatserstaal verscheen in 1983. Breuker verzamelde in die studie zo’n 1700 spreekwoorden en gezegden over het kaatsen.
In 1987 publiceerde hij de bundel Boppe!; in blomlêzing ut de Fryske keatsliteratuer. Daarin heeft Pieter Breuker een grote verscheidenheid aan literaire publicaties over kaatsen bij elkaar gebracht op het gebied van poëzie, liederen, proza en toneel. Zo als Keatserstaal in het Friese taalgebied de eerste volledige beschrijving van terminologie in sport is, is Boppe!  de eerste sportbloemlezing in het Fries.
Boppe kreeg in 1987 de Liuweprint voor de best verzorgde Friese literaire uitgave van dat jaar. In Oan de hang (1998) heeft Pieter Breuker zijn interessantste artikelen over het kaatsen, aangevuld met lezingen, bij elkaar gebracht. In dat boek legt hij een verbinding tussen het kaatsen en de Friese taal, literatuur en cultuur in het algemeen. Bovendien beschrijft hij sommige aspecten van de historie van het spel, in Nederland en daarbuiten. Josse de Haan schreef in zijn bespreking van de bundel (‘Keatsen, in foarm fan libjen’ – Trotwaer/ 1998), over het artikel: ‘De plaats van de sport in de Friese literatuur’ (bladzijde 106 – 127); ‘Wie als actief schrijver zicht wil hebben op de sport als metafoor van het leven kan in dit essay interessante zaken tegenkomen. /… het meest interessante is de filosofie (psychologie eventueel) die hij naar voren brengt over de sport in het leven van de mens’. Daarnaast heeft Pieter Breuker, als auteur en als eindredacteur, nog meegewerkt aan onder meer de jubileumboeken van It Keatsbûn (1997) en de PC (2003).
Breuker heeft in eigen beheer het boekje met verhalen en gedichten Boarterskertier (2003), uitgegeven.
Daarin heeft hij een deel van de literaire publicaties verzameld die sinds 1986 van zijn hand waren verschenen. Het bevat onder andere de verhalen ‘De winner’ (1986) en ‘De roze ko’ (1988). Voor beide werd hij in 1986 respectievelijk 1988 beloond met de Rely Jorritsma-priis. In 2006 is, onder de titel Van Speelkwartier tot Break (Frysk Ynstitút RUG), een vertaling van Boarterskertier in het Nederlands, Frans, Duits en Engels verschenen.
Pieter Breuker heeft ook literair werk van anderen (onder meer Tsead Bruinja) (mee) bezorgd.

Naast het literaire werk dat verzameld is in Boarterskertier heeft Pieter Breuker nog een groot aantal andere publicaties op zijn naam staan: hij publiceerde artikelen, verhalen en gedichten in onder andere Trotwaer, De Strikel, De Moanne en in Wis-In, het orgaan van de kaatsbond. Verder schreef hij artikelen over kaatsen, eieren zoeken en schaatsen. Breuker is daarnaast actief als sporthistoricus, artikelen van zijn hand over bijv. sporten als kaatsen, maar ook croquet en tennis verschenen o.a. in het tijdschrift Sportimonium van de Katholieke Universiteit Leuven en in het sporthistorisch tijdschrift Sportwereld. Ook op het gebied van de Friese taal en literatuur heeft hij verscheidene bijdragen geleverd aan verschillende wetenschappelijke organen.

Werk (een selectie)
1983 : Keatserstaal
1987 : Boppe!; in blomlêzing út de Fryske keatsliteratuer
1998 : Oan de hang (Aan de hang)
1997 : Kaatsen: lange traditie, levende sport; bij het eeuwfeest (1897-1997) van de Koninklijke Nederlandse Kaatsbond
2003 : De fiifde woansdei; 150 jier PC (1853-2003) (mei Jan Pieter Janzen)
2003 : Boarterskertier (útjûn yn eigen behear)
2006 : Van Speelkwartier tot Break (oersetting fan Boarterskertier)

Prijzen
1986 : Rely Jorritsma-priis (ferhaal: De winner) (verhaal: De winnaar)
1988 : Rely Jorritsma-priis (ferhaal: De rôze ko) (verhaal: De roze koe)

Tresoar, 19-4-2007